42e jaargang (bladzijde 97) nr.3 / IN: Periodiek HKM
Bodemvondst, werpkoten uit Tienhoven
Door: Jaap Kottman
Dit is de tekst zonder afbeeldingen: zie daarvoor de papieren editie.
In Tienhoven aan de Tienhovense plassen woonden tot april van dit jaar Jan en Tineke Molhuysen. Zij woonden daar in een bijna paradijselijk gebied waar alleen de vogels de stilte doorbreken. Het achterland bestaat grotendeels uit legakkers en trekgaten. Deze legakkers werden vroeger gebruikt voor het drogen van de turf. Door stormen en vorst kalven de legakkers echter steeds verder af. Jarenlang heeft Jan Molhuysen de grond achter zijn huis moeten aanplempen, zoals zijn vader dat vele jaren voor hem deed.
[Hier afbeelding 1 plaatsen]
Het huis van Jan Molhuysen staat achter op hun terrein aan de plas. Met antieke bouwmaterialen ingericht, ademt het huis een rustieke sfeer en het uitzicht op het water is adembenemend. Jan is een enthousiast verteller: “Kijk, zie je die lange smalle stroken land tussen het water. Dat zijn de legakkers. Ik weet nog dat daar vroeger koeien liepen. Nu kan dat niet meer; daar zijn de akkers nu te smal voor. Ze bestaan voor een deel alleen nog maar uit riet. De grond eronder is vrijwel weggespoeld”. Jan heeft al veel werk gestoken in het gebied. Met gesnoeide takken en bladeren verstevigde hij de buitenranden van zijn grond. ”Vooraan is het ooit opgespoten, daardoor werd dat aaneengesloten land. Als ik een boom ging planten of ander graafwerk moest doen dan vond ik heel vaak delen van oude voorwerpen of zelfs oude kloostermoppen, al meer dan 200 van die kloostermoppen zijn hier uit de grond gekomen”.
Turfwinning in het verleden
Turf was in de Middeleeuwen en vele eeuwen later nog, de belangrijkste brandstof. Vanaf ca. 1400 werd voor de stad Utrecht de turf onder meer verkregen uit de veengebieden ten oosten van de Vecht. Vanuit Utrecht werd een deel van deze turf weer verder verhandeld. Met pramen vervoerde men de turf via de Maarsseveensche Vaart of de Nedereindse Vaart naar de Vecht. 1) Daar werden de turven voor de stad overgeladen in trekschuiten. Veel turven werden echter ook lokaal gebruikt, vooral door de steenfabrieken en later ook door de buitenplaatsen langs de Vecht. Via de Tienhovensche Vaart (later Tienhovensch Kanaal) kon de Vecht ook bereikt worden en daarlangs kon de turf naar Amsterdam vervoerd worden. De schepen brachten op de terugreis vuilnis en ophogingmateriaal mee zoals bakstenen uit de stad om het veengebied weer aan te vullen en op te hogen. Deze opgebrachte laag wordt ook wel `toemaakdek` genoemd. Tussen het stadsvuil zaten allerlei fragmenten van gebruiksvoorwerpen zoals aardewerk potten, pijpenkoppen, tegels, drinkglazen, roemers en kleine metalen voorwerpen.
De werpkoten
Enkele van de meest interessante voorwerpen die Jan gevonden heeft, zijn zogenaamde werpkoten. Dat zijn de circa zes cm lange teenbotten van een rund die in de Middeleeuwen door kinderen als speelgoed werden gebruikt om een werpspel mee te spelen. Dat spel lijkt een beetje op kegelen. Daartoe werd bij sommige koten onderaan een gat geboord en die werden daarna gevuld met lood om harder te kunnen gooien. Op de koten die omgegooid moesten worden, waren verschillende tekens ingekrast die de waarde aangaven. De koten werden vervolgens op een rij gezet. De verzwaarde koten werden gebruikt om de gemerkte koten om te kunnen gooien. Daarna werd een telling gemaakt van de waarde van de omgegooide koten. Op verschillende afbeeldingen is dit werpspel te zien. De bekendste daarvan is het schilderij `Kinderspelen` uit 1560 van de Vlaamse schilder Pieter Bruegel de Oude.
[Hier afbeeldingen 2, 3, 4, 5 en 6]
Noten
. Een praam is een smalle boot met een platte bodem die met behulp van een lange stok (boom) kon worden voortgeduwd.
Tekst bij afbeeldingen:
Afbeelding 1:
(geen tekst)
Afbeelding 2:
Uitsnede van het schilderij `Kinderspelen` waarop kinderen zijn afgebeeld die het kootspel spelen. Iedere vondst duidt een stukje aan van de geschiedenis van het veengebied in Tienhoven. De grote kloostermoppen stammen uit de 13e- en de 14e eeuw. Afgezien van een aantal fragmenten van middeleeuwse voorwerpen stammen de gevonden fragmenten vooral af van voorwerpen vanaf de 17e- tot aan de 20e eeuw. De meeste hiervan zijn in de 18e eeuw te plaatsen. Het zijn stille getuigen van een lange periode met zware arbeid en veel bedrijvigheid in het veen.
Afbeelding 3:
Voorzijde van de acht koten uit Tienhoven.
Afbeelding 4:
Zijkant van de koten
Afbeelding 5:
Koot ingekrast met negen omkaderde puntjes en daarnaast een dubbel kruis op een berg. Misschien is het een eigendomsmerk of heeft het de betekenis van: gooi je deze om, dan ben je dood en verlies je de eerder vergaarde punten.
Afbeelding 6:
Met lood verzwaarde werpkoten uit Tienhoven.
Streamer
Dat zijn circa zes cm lange teenbotten van een rund die in de Middeleeuwen door kinderen als speelgoed werden gebruikt om een werpspel mee te spelen